Rijksoverheid stimuleert zelfredzaamheid
Met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) zet de Rijksoverheid in op het langer thuis wonen van senioren. Gemeenten dragen de verantwoordelijkheid dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en kunnen deelnemen in de maatschappij. De gemeente kan zo nodig ondersteuning bieden als bijvoorbeeld dagbesteding, hulp in huis of ondersteuning van een mantelzorger.
Zelfredzaamheid betekent volgens de Rijksoverheid dat iemand de algemene dagelijkse levensverrichtingen zelf kan doen en een gestructureerd huishouden kan voeren. Deze algemene dagelijkse levensverrichtingen zijn zaken als: in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en opstaan, lichamelijke hygiëne, toiletbezoek, eten en drinken, medicijnen innemen, ontspanning en sociaal contact.
Vaak betekent langer thuis wonen dat er aanpassingen in de huidige woning dienen te komen. Dit kunnen redelijk kleine veranderingen zijn als een verhoogd toilet, handgrepen in douche en bad, drempelloos maken van huizen, een vereenvoudigd telefoonsysteem en een elektrische traplift.
Als de situatie er om vraagt, kan ook worden gekozen voor ingrijpendere maatregelen. Hierbij is te denken aan het verplaatsen van een slaapkamer en / of badkamer naar de benedenverdieping, aanpassingen in tuin en toegang tot de woning voor mensen die slecht ter been zijn of het bijbouwen van een ruimte waar een thuishulp of mantelzorger kan wonen.
Langer zelfredzaam zijn, zorgt ook voor preventieve vraagstukken. Zijn er bijvoorbeeld rookmelders in de woning, zijn vluchtroutes bekend en goed toegankelijk? Inbraakpreventie als een alarm en gecertificeerd hang- en sluitwerk geven een veiliger gevoel. Evenals een ‘paniek- knop’ die 24 uur per dag met een alarmcentrale of een thuishulporganisatie is verbonden.